Summary
Progenies of crosses of the following genetical types were inoculated with and selected for immunity from the races 1, 2, 4 and 2, 3, 4 of Phytophthora infestans, viz. (dominant symbols only) R1×R3, R1R3×r, R1R3×1, R1R3×R1, R3×R1R2, R3×R1R3, r×R1R3, R1R3×R1R2, R1R3×R1R2 and R1R3S.P. (spontaneously pollinated). One R3×R1R3 progeny, two R1R3×R1R3 progenies and six (out of ten) S.P. progenies segregated with a larger or smaller deficit of immune seedlings as was expected according to the hypotheses that were postulated before and which appeared to be in agreement with the observed segregations in the other progenies. There are insufficient data of unquestionable reliability to explain the deviating segregations with certation, linkage or irregular chromosomal behaviour; cytological investigations were not performed.
Samenvatting
Nakomelingschappen van kruisingen van de volgende genetische samenstellingen (wat de resistentiefactoren betreft) werden geïnoculeerd met en geselecteerd op resistentie tegen de physio's 1, 2, 4 en 2, 3, 4 van P. infestans, nl. R1×R3, R1R3×r, R1R3×R3, R1R3×R1, R3×R1R2, R3×R1R3, r×R1R3, R1R3×R1R2, R1R3×R1R3 en R1R3 S.P. (spontaan bestoven). Enkele kruisingen werden nader geanalyseerd door middel van herhaalde inoculaties met verschillende physio's; zij bevestigden de conclusies, uit de splitsingen van de met 1, 2, 4+2, 3, 4 geïnoculeerde nakomelingschappen getrokken. Het merendeel der splitsingen was geheel in overeenstemming met de reeds eerder opgestelde hypothesen. In 9 nakomelingschappen, nl. één R3×R1R3, twee R1R3×R1R3 en zes R1R3 S.P., was er een groter of kleiner tekort aan resistente zaailingen. Aangezien dit niet het geval is in alle kruisingen met R1R3-klonen als vader en dezelfde klonen als moeder bijna steeds geheel normale splitsingsgetallen geven, moeten de abnormaal lage percentages resistente zaailingen teweeggebracht worden door andere oorzaken. Koppeling en afstoting is niet waarschijnlijk, certatie is mogelijk (met dien verstande, dat r-stuifmeel het snelst zou moeten groeien), hoewel het al of niet optreden van certatie dan weer afhankelijk moet zijn van andere factoren. S.P. nakomelingschappen van R1R3-klonen votmen geen betrouwbaar studiemateriaal, omdat kruisbestuiving door insecten mogelijk wordt geacht (3). Verder onderzoek zal aan gecontroleerde zelfbestuivingen moeten worden gedaan.
Article PDF
Similar content being viewed by others
Avoid common mistakes on your manuscript.
Literature
Black, W., Inheritance of resistance to blight (Phytophthora infestans) in potatoes: interrelationships of genes and strains. Proc. roy. soc. Edinb. B, 64 (1952): 312–352.
Black, W. Mastenbroek, C.; Mills, W. R. & Peterson, L. C., A proposal for an international nomenclature of races of Phytophthora infestans and of genes controlling immunity in Solanum demissum derivatives. Euphytica 2 (1953): 173–179.
Dorst, J. C.,De veredeling van de aardappel. Chapter 10 of Wellensiek, S. J., Grondslagen der algemene plantenveredeling. Tjeenk Willink, Haarlem (1943).
Mastenbroek, C., Over de differentiatie van Phytophthora infestans (Mont.) de Bary en de vererving van de resistentie van Solanum demissum Lindl.-Thesis Landbouwhogeschool, Wageningen. Amsterdam, Kinsbergen, 1952, 121 p.
Mastenbroek, C., Investigations into the inheritance of the immunity from Phytophthora infestans de B. of Solanum demissum Lindl. Euphytica 1 (1952) 187–198.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Mastenbroek, C. Experiments on the inheritance of blight immunity in potatoes derived from solanum demissum Lindl. . Euphytica 2, 197–206 (1953). https://doi.org/10.1007/BF00053727
Received:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF00053727