Abstract
Obstetrical aid must have been poor in the Middle Ages and still long thereafter. Many women died in childbed who now could have been saved. The midwives mostly came from the lower classes; they were often plain and illiterate women and their help was frequently inexpert.
Access this chapter
Tax calculation will be finalised at checkout
Purchases are for personal use only
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
References
A. General studies, surveys, etc
Treub, Hector (1887). De Verdiensten der Nederlanders op het gebied van de bekkenleer (The merits of the Dutch in the field of the theory of the (female) pelvis). 35 pp. Van Doesburgh, Leiden. Inaugural address, delivered on January 26, 1887.
Geyl, A. (1893). Historische kantteekeningen (Historical marginal notes). NTVerl. Gyn., 4, 253–72.
Geyl, A. (1906, 1907). Bemerkungen um und ueber die “Geschichte der Gebürtshuelfe”; von Dr Heinrich Fasbender (Jena, 1906). Janus, XI, 607–16; ibid, XII (1907), 34-43; 114-21; 164-73.
Daniëls, C. E. (1914-15). Bijdrage tot de geschiedenis der verloskunde. I-II. (Contribution to the history of obstetrics). I. NTG, 58, I, 1667–73; II. NTG, 59, (1915). 1006-15. a.o. on the Ms of G. F. Mohr. Die Gebährende Frau, Frankfurt 1750.
Daniëls, C. E. (1915-16). Beiträge zur Geschichte der Geburtshilfe, I, II, III. Janus, XX, 41–6; 489-504; ibid., XXI (1916), 167-8.
Fremery, N. C. de (1793, 1922). De mutationibus figurae pelvis, praesertim iis, quae ex ossium emollitione oriuntur — with Dutch translation. Opusc, IV, 214–340.
Tussenbroek, Catharine van (1911). De ontwikkeling der aseptische verloskunde in Nederland (The development of aseptic obstetrics in the Netherlands). 296 pp., 8 ports. Bohn, Haarlem. 8°;.
Tussenbroek, Catharine (1912). Vijf en twintig jaren verloskundig onderwijs (25 years of obstetrical teaching). In: Feestbundel… Hector Treub (1912), 1–6. S. C. van Doesburgh, Leiden.
[Hist] [pseudonym] (1915). Uit de geschiedenis der verloskunde (From the history of obstetrics). Ned. Mndschr. Verl. Vrouwenz. en kindergeneesk., IV, 204.
Beekenkamp, T. (1909). Verloskundige praxis ten plattenlande. Verslag van — en opmerkingen over 1500 partus (Obstetrical practice in the country. Report of — and remarks on 1500 deliveries). NTVerl. Gyn, 19, 191–256.
Drogendijk, A. C. (1963). Toen moeder worden nog gevaarlijk was; een stukje historie van de verloskundige hulp door de eeuwen heen (When becoming a mother was still dangerous; a little bit of the history of obstetrical care through the centuries). Spreekuur Thuis, 5, 396–9 and 482-5.
Zuiden, D. S. van (1915). Iets over de verloskunde in het einde der 17de eeuw (Something on obstetrics at the end of the 17th century). NTG, 59, I, 1450–3.
Rijken, J. (1959). Verloskunde in de 17de en 18de eeuw (Obstetrics in the 17th and 18th century). GG, 37, 99–104.
Daniëls, C. E. (1912). Bijdrage tot de geschiedenis der Verloskunde in Nederland in 1750 (Contribution to the history of obstetrics in the Netherlands in 1750). In: Feestbundel … Hector Treub (1912), 121–8. S. C. van Doesburgh, Leiden.
Schripsema, J. (1936). Bijdrage tot de hennis van de ontwikkeling der verloskunde in de 18e eeuw (Contribution to the knowledge of the development of obstetrics in the 18th century). Thesis Groningen (Supervisor: J. L. B. Engelhard). 92 pp., ill. Pet, Gasselternijveen.
Geyl, A. (1896). Bijdragen tot de kennis van de geschiedenis der obstetrie en gynaekologie in ons vaderland, vooral met het oog op de Verdiensten der Hollanders van de 18e eeuw (Contributions to the knowledge of the history of obstetrics and gynaecology in our country; especially in view of the merits of the Dutch in the 18th century). NTVerl. Gyn., 7, 82–167.
Treub, H. (1899). Verloskunde en gynaecologie in de laatste 50 jaren (Obstetrics and gynaecology in the last 50 years). NTG, 35, 123–37.
Nijhoff, G. C. (1907). Bijdrage tot de geschiedenis der praktische verloskunde en gynaecologie in Nederland 1850-1860 (Contribution to the history of the practical obstetrics and gynaecology in the Netherlands 1850-1860). NTG, 51, 36–47.
Pierce Rucker, M. (1946). Leaves from a Bibliotheca Obstetrica. BUM, XIX, 177–99, 13 ill. with a.o. a title page (dated 1685) from S. Jansen. Korte en Bondige Verhandeling, van de Voortteeling en’ t kinderbaren met den aenkleve vandien. Amsterdam, Timotheus Hoorn, 1688.
Kulsdom, M. E. (1950). Vagitus uterinus. NTG, 94, II, 2617–21; BGG, XXX, 26-30.
Wichers, P. (1901). Een overzicht der obstetrie in Frankrijk in de zeventiende eeuw (A survey of obstetrics in France in the 17th century). Thesis Groningen. 8°;.
Nijhoff, G. C. (1924). Het onderwijs in de verloskunde en de uitoefening der verloskunst in Nederland gedurende de laatste 75 jaren (The teaching of obstetrics and the practice of obstetrics in theNetherlands during the last 75 years). NTG, 68, II, 25–32; BGG, IV, 148-55.
Lint, J. G. de (1916). Oude obstetrisch-anatomische afbeeldingen en de platen van Jenty (Old obstetrical-anatomical pictures and the plates of —). NTVerl. Gyn., 25, 107–22, 4 ill. See also 2929.
Huffmann, J. W. (1970). The great eighteenth century obstetric atlases and their illustrator [Jan van Riemsdijk (fl. 18th cent.)] Obstet. Gynec, 35, 971–6, ill. See also 1444 See also 484-6, 601-13 (H. v. Deventer), 835-56 (R. de Graaf), 989-92a (J. v. Hoorn), 1731-9 (H. Treub), 2143a, 2756a, 4451-52a, 5013-21 (local medicine).
B. Generation, fertility and infertility
Ravestein, Th. L. W. van (1946). Studies over de follikelrijping. Histologisch onderzoek over de follikel van De Graaf in de praeovulatiephase, klinisch onderzoek over de oorlogsamenorrhae te’ s-Gravenhage in 1944 en 1945, met een inleiding over de geschiedenis van het onderzoek van de follikel van De Graaf (Studies on the maturation of the follicle … with an introduction on the history of the examination of the follicle of De Graaf). Thesis University Utrecht (Supervisor: J. Boeke). 127 pp., port. (R. de Graaf). E. Ydo, Leiden.
Firenze, P. (1964). II secolo di Galileo e il problema della generazione. Physis, VI, 141–204, 18 ill., ports. Summary: The XVII century — the century of Galileo — is the period in which the problem of generation was actually posed. Fabrizi (1600), Aromatari (1625), Harvey (1651), Steno, (1667, 1675), Redi (1668, 1684), Malpighi (1669, 1681), Swammerdam(1669, 1672), (De Graaf (1672), Van Leeuwenhoek (1677, 1685), Borelli (1680).
Hermans, A. G. J. (1954). Stoornissen in de Spermatogenese (Disturbances in spermatogenesis). NTG, 98, IV, 3590–1; BGG, XXXIV, 103-4. on aphrodisiacs and drugs enhancing generation power.
Franceschini, P. (1965). Luci e ombre nella storia delle trombe di Falloppia. Physis, VII, 215–50. Also on Reinier de Graaf (1641-73).
Schierbeek, A. (1952). Het probleem der bevruchting in de loop der tijden (The problem of fertilization in the course of time). MKVAW, XIV (12), 1–30.
Boerma, N. J. A. F. (1942). Merkwaardige vruchtbaarheid (Remarkable fertility). NTG, 86, II, 1098; BGG, XXII, 71.
Buissink, J. D. (1971). Regional differences in marital fertility in the Netherlands in the second half of the nineteenth century. Popul. Stud., 5, 353–74.
Putto, J. A. (1936). Een geval van onvruchtbaarmaking in 1094 (A case of sterilization in 1094). GG,XIV, 1004.
Meuwissen, J. H. J. M. (1965). Huwelijksonvruchtbaarheid. Een onderzoek in Ghana (Marital infertility in Ghana). Thesis Nijmegen (Supervisor: L. A. M. Stolte). 130 pp., ill. Dekker & Van de Vegt, Nijmegen-Utrecht. with an English summary. See also 899a, 1122-24, 1132, 1626, 5478.
C. Virginity, conception, anticonception, sexuality
Baumann, E. D. (1935). Medisch-Historische Studiën inhoudende: Over de teekenen van den maagdom. Exotische Psychosen. Psychosen en primitieve Kultuur (Medical-Historical Studies, containing: On the signs of virginity. Exotic Psychoses. Psychoses and primitive Culture). 58 pp. Misset, Arnhem.
Baumann, E. D. (1940). Historische Betrachtungen über das Koïtus-Konzeptions-Problem. 99 pp. Misset, Arnhem. See also 1845
Thiery, M. (1973). De historische ontwikkeling van de intra-uteriene anticonceptie (Historical development of intra-uterine anti-conception). Sartonia, no 21, 4–22, ill. See also 1015 See also 2381, 2598, 2630a, 2648.
Lint, J. G. de (1916). “Venus minzieke Gasthuis”; (“Venus love-sick hospital”;). NTVerl. Gyn., 25, 273–81, 1 ill. on the book with the same title (Amsterdam, 1687, by J.V.E.), dealing with the sexual life of married people.
P[utto], J. A. (1936). Sodomie in de vereenigde gewesten (Sodomy in the united regions). GG, 14, 88–91.
Geyl, A. (1891). Wat werd in vroegeren tijd onder castratie verstaan? (What was, in former days, understood by castration?) NTG, 27, I, 267–8.
Pinkhof, H. (1922). Steinach vegetabilis. NTG, 66, I, 71–3; BGG, II, 24-6, ill. prescriptions of Tobias Katz (see: NTG, 58 (1914), I, 2026-8), for deficiencies of the male semen a.s.o.
Oudschans Dentz, Fred. (1941). Het mysterie van den “kapokdocter”; James Barry, die een vrouw was (The mystery of the capokdokter — —, who was a woman). NTG, 85, III, 3253–5; BGG, XXI, 97-9, ill.
Schierbeek, A. (1942). Over de invoering van de tekens ♂ and ♀ voor mannelijk en vrouwelijk (On the introduction of the signs ♂ and ♀ for male and female). NTG, 106, I, 34; BGG, XLII, 7.
Zwan Jr, A. van der (1962). Antiek Hermafroditisme (Ancient Hermaphroditism) G&W, 60, 219–35.
Baumann, E. D. (1934). Vervrouwelijking bij de primitieven (Feminizing with the Primitives). Mensch & Maatsch., 10, 118–33.
D. Pregnancy
Vieyra, D. (1933). Zwanger of niet zwanger (Pregnant or not pregnant) NTG, 77, I, 1033–5; BGG, XIII, 79-81.
Nijhoff, G. C. (1927). De eerste jaren van het onderzoek door middel van het gehoor in de verloskunde (The first years of examination by means of hearing in obstetrics). NTG, 71, I, 750–6; BGG, VII, 143-9. on the auscultation of the abdomen in pregnancy.
Valckenier Suringar, J. (1927). Het “verzien”; (Verschen, Maternal Impression, Influence de l’imagination maternelle). NTG, 71, I, 1179–90; BGG, VII, 176-87.
Beins, J. F. A. (1948). Misvorming en verbeelding (Deformation and imagination). Thesis University Groningen (Supervisor: J. J. Th. Vos). Amsterdam.
Sturkop, St. (1909). Bijdrage tot de kennis der zwangerschapslusten (Contribution to the knowledge of pregnancy appetites). Thesis University Amsterdam. 120 pp., ill.
Hermans, A. G. J. (1943). Over wanlusten (On fancies). NTG, 87, II, 657; BGG, XXIII, 35.
Kleij, J. J. van der (1925). Bevalling ten Hove, Anno 1601 (Delivery at Court). NTG, 69, I, 638–40; BGG, V, 202-4.
Bosch, N. H. van den (1940). Een verlossing in 1803 (A delivery in 1803). NTG, 84, II, 1324–5; BGG, XX, 71-2.
Dongen, J. A. van (1956). Het sluitlaken (The obstetric binder). NTG, 100, II, 1806–11.
Zwan, A. van der (1964). Uit de geschiedenis der geneeskunde. I. De kraamvrouw (From the history of medicine. I. The woman in childbed). Gezondheidszorg, 56, sept., 4–10, 3 ill.
Houtzager, H. L. (1974). Eclampsie, en de gedachten hierover in de 17e eeuw (Eclampsia and some 17th century thoughts on it). AP, no 16-17, 95–8.
Engelenburg, W. van (1903). Beschützung der Wöchnerinnen in vorigen Jahrhunderten. Janus, VIII, 463.
Roekel, G. van (1940). Onschendbaarheid van het kraamhuis (Inviolability of the maternity house). NTG, 84, III, 3519; BGG, XX, 146.
Salomonson, J. G. (1925). Het stillen van pijn tijdens de normale baring. Een historisch-kritische Studie. (Allaying of pain during normal labour. A historical-critical study). Thesis University Amsterdam (Supervisor: A. H. M. J. van Rooy).
Salomonson, J. G. (1926). Barenspijn en haar bestrijding in den loop der tijden (Labour pains and the fight against it in the course of times). NTG, 70, II, 2367–82; BGG, VI, 125-40.
Eps, L. W. Statius van (1954). Over de baringspijn (Anthropologisch en Historisch). (On labour pains. Anthropological and historical). 235 pp., ill. Thesis University Amsterdam. Amsterdam.
Geyl, A. (1891). Kleine bijdragen tot de historie der keering (Small contributions to the history of version). NTG, 27, 465–72.
Kleiweg de Zwaan, J. P. (1914). Zoogen door meisjes? (Suckling by girls?). NTG, 58, II, 144–6. on breast-feeding by girls, who had never been pregnant; by Minangkabau-Malayans at Talouk (Sumatra) and on analogous cases in other countries. cf: NTG, 58, II, 580 (letter to the editor). See also 269, 560, 2344, 2432, 27851 5008, 5050, 5386
E. Abortion, premature birth, multiple birth
Brenkman, C. J. (1912). Historisch-critische beschouwingen over abortus (Historical-critical observations on abortion). Thesis University of Amsterdam (Supervisor: H. Treub). 104 pp.
Römer, R. (1909). Die Abortiva der Malaien auf der Ostküste Sumatra’s. Janus, XIV, 890–7.
Lint, J. G. de (1918). Historische aanteekeningen over de baring bij diplopagi (Historical notes on the delivery at diplogenesis). NTVerl. Gyn., 26, 1.
Weijde, A. J. van der (1926). Een geval van tweelinggeboorte na den dood der moeder (A case of the birth of twins after the death of the mother). NTG, 70, I, 63–4; BGG, VI, 178-9.
Lint, J. G. de (1935). Meervoudige geboorten (Multiple births). NTG, 79, IV, 4648–54; BGG, XV, 201-7.
Lint, J. G. (1935). Vijflingen (Quintuplets). NTG, 79, IV, 4272–83; BGG, XV, 185-96.
Nierop, Leonie van (1959). De keuren tegen “Het ombrengen van jonggeboren kinderen”; in de 17de en 18de eeuw (The by-laws against “Dispatching of new-born children”; in the 17th and 18th century). Amstelodamum, 46, 154–6. See also 2979. See also 2248, 4633.16.
F. Instruments
Geyl, A. (1907). Het verloskundig instrumentarium (The obstetrical cabinet of instruments). Cat. Gesch. Tent. Nat. en Geneesk. Leiden, 148.
Nijhoff, G. C. (1924). Iets uit de geschiedenis der verlostang (Something on the history of the forceps). NTG, 68, I, 49–51; BGG, IV, 15-7.
Boerma, N. J. A. F. (1937). Iets de geschiedenis van de verloskundige tang (Something on the history of the forceps). NTG, 81, I, 52–60; BGG, XVII, 12-20.
Boerma, N. J. A. F. (1924). Een hefboom (Vectis) (A lever (Vectis)). NTG, 68, I, 926–7; BGG, IV, 49-50, 1 ill.
Boerma, N. J. A. F. (1936). De oudste geschiedenis van de verloskundige tang (The oldest history of the forceps). NTG, 80, II, 2622–3; BGG, XVI, 95-6, ill. included in a report of a meeting of the “Genootschap”;.
Nijhoff, G. C. (1929). Tang, hefboom of speculum matricis? (Forceps, lever or speculum matricis). NTG, 73, I, 2622–34; BGG, IX, 137-49, 1 ill.
Boerma, N. J. A. F. (1903). Catalogus van de geschiedkundige verzameling verloskundige instrumenten der Universiteits-Vrouwenkliniek te Groningen (Catalogue of the historical collection of the obstetrical instruments of the gynecological clinic of the University of G.). Groningen. 8°;.
Schripsema, J. (1936). De verloskundige tang, met naschrift van N. J. A. F. Boerma (The forceps, with postscript by —) NTG, 80, IV, 5047–8; BGG, XVI, 197-8.
Elaut, L. (1965). Hoofdmomenten in de struktuur van de verlostang en het aandeel dat Nederlanders in de ontwikkeling daarvan hebben gehad (Principal moments in the structure of the forceps and the part that the Dutch have had in its development). Sci. Hist, 7, 57–91.
Klaauw, C. J. van der (1940). Het eertijds verplichte instrumentarium van den vroedmeester (The formerly obligatory cabinet of instruments of the accoucheur). NTG, 84, IV, 4814–23; BGG, XX, 189-98.
Klaauw, C. J.(1942). Het eertijds verplichte instrumentarium van de vroedvrouw (The formerly obligatory cabinet of instruments of the midwife). NTG, 86, IV, 2790–6; BGG, XXII, 140-6.
Gils, J. B. F. van (1941). De twee strikken uit de verlostasch (The two ties from the obstetrical bag). NTG, 85, II, 1912–3; BGG, XXI, 66-7, pl.
Roonhuysian secret
Nuyens, B. W. Th (1905). De geschiedenis van het Roonhuysiaansch geheim (The history of the Roonhuysian secret). Ned. Spectator, 364.
Geyl, A. (1905). De geschiedenis van het Roonhuysiaansch geheim (History of the Roonhuysian secret). 238 pp., ill. M. Boogaerdt, Rotterdam.
Geyl, A.(1906). Die Geschichte des Roonhuysschen Geheimnisses. Friedrich Ruysch und die soziale und ethische Bedeutung des Geheimnisses. Janus, XI, 253–67; 292-313.
Geyl, A.(1910). Een Roonhuysiaan tegenover een sterk vernauwd bekken (A Roonhuysian facing a much narrowed pelvis). NTG, 54, II, 1982–3.
Zuiden, D. S. van (1915). Iets over het Roonhuysiaansch geheim (Something on the Roonhuysian secret). NTG, 59, I, 703–4.
Geyl, A.(1916). Nog meer over het Roonhuysiaansch geheim (Something more on the Roonhuysian secret). NTG, 60, I, 939–40.
Schlichting, Th. H. (1956). Het Roonhuysiaans geheim (The Roonhuysian secret). NTG, 100, IV, 3448–54; BGG, XXXVI, 67-73.
Boerma, N. J. A. F. and B. W. Th. Nuyens (1926). Het zwaartepunt van het “Roonhuysiaansch geheim”; I en II (The crux of the “Roonhuysian secret”; 1 and II). NTG, 70, II, 64–5; BGG, VI, 179-80. See also 1481, 1917, 3587a
G. Obstetrical operations General
Nijhoff, G. C. (1907). Over den ouderdom van verloskundige operates (On the age of obstetrical operations). Med. Revue, 7, 1–12; 81-91; 229-37.
[Anonym] (1974). Classic pages in obstetrics and gynecology. H. van Roonhuyze: “Heelkonstige aanmerkingen betreffende de gebreeken der vrouwen”;. Amer. J. Obstet. Gynec, 118, 564.
Caesarean section
Adriani, D. H. N. (1890). Beknopte geschiedenis der keizersnede van 1869-1890 (Condensed history of the caesarean section from 1869-1890). Thesis University Groningen. 166 pp.
Poll, C. N. van der (1905). M. Lanverjat’s: Sectio caesarea per vaginam (M.L.’s caesarean section per vaginam). Med. Wbl., 18 febr. M. Lanverjat. Nouvelle méthode de pratiquer l’opération césarienne et parallèle de cette opération et de la section de la symphyse des os pubis. Paris, 1788. German translation 1790.
Kulsdom, M. E. (1962). Uit de geschiedenis der keizersnede (From the history of the caesarean section). NTG, 106, I, 1194–1201; BGG, XLII, 21-8.
Hermans, A. G. J. (1963). Uit de geschiedenis van de keizersnede (From the history of the caesarean section). NTG, 107, I, 964–5; BGG, XLIII, 6-7.
Lint, J. G. de (1921). Le flamand Pierre Joseph van Baveghem et l’Opération Césarienne. Lib. mém. du Ier Congrès de l’hist. de l’art de guérin. Anvers.
Schoo, H. J. M. (1912). Stier’s wreedheid (Cruelty of a bull). In: Feestbundel … Hector Treub, 499–528, S. C. van Doesburgh, Leiden. See also 5281
Braak, H. E. G. ter (1934). Een keizersnede in het jaar 1861 (A caesarean section in the year 1861). NTG, 78, III, 3975; BGG, XIV, 186.
Vieyra, D. (1936). Beschrijving eener postmortale keizersnede door een pastoor (Description of a post-mortal caesarean section by a priest). NTG, 80 III, 3174; BGG, XVI, 118.
Nuhoff, G. C. (1921). Histoire d’un foetus, conç;u dans la Trompe droite de Faloppe, ou il séjourna pendant quinze Mois et treize Jours, et dont il fut tiré par l’Opération Césarienne, ou proprement dit par l’incision du ventre qui n’est encore jamais arrivé de la sorte, faite par Rudolph Frédéric Hoffmann, Chirurgien Aide-Major, du 33 Rég. d’Inf. Légère, en Garnison à Charlemont, Janus, XXV, 341. R. F. Hoffmann (1769-1844) performed this operation in 1813. In 1824 he settled as a medical practitioner at Vugt (near Bois-le-Duc). See also 5184
Symphysiotomy
Feyfer, F. M. G. de (1914). Zur Geschichte des Schamfugenschnittes in Holland (bis 1840). Janus, XIX, 312–27; 341-79.
Feyfer, F. M. G. (1912). Een en ander uit de geschiedenis der schaambeensnede in Nederland (Something on the history of symphysiotomy in the Netherlands). Med. Revue, XII, 181, 295, 379, 501.
Lindeboom, G. A. (1972). De symfysiotomie in Nederland (The symphysiotomy in the Netherlands). NTG, 116, 759–60. letter to the editor (short survey).
Endtz, L. J. (1972). Symfysiotomie in Nederland (Symphysiotomy in the Netherlands). NTG, 116, 759. letter to the editor (symphysiotomy by J. C. Damen).
Bonn, A. (1776, 1934). Over het maaksel van de beweeglijke loswording van beenvereenigingen van het bekken, enz. (On bone joints of the pelvis becoming mobile and loose). Opusc, XII, 33–64.
Hasselman, D. (1798, 1934). Berigt aangaande ene gelukkige verlossing, door middel van de doorsnijding der schaambeenderen (Report concerning a successful delivery, by means of symphysiotomy). Opusc., XII, 187–90.
Munster, J. van (1804, 1934). Een zestal verloskundige operatiën, zo omirent het verlossen van vrouwen door de sectio symphysis ossipubis … (Six obstetrical operations and observations, concerning the delivery of women by symphysiotomy). Opusc., XII, 191–218.
Groshans, G. R. F. (1778, 1934). Waarneeming eener operatie der doorsnede van de kraakbeenige vereeniging der schaambeenderen (Observation of an operation of symphysiotomy). Opusc, XII, 65–70.
Michell, J. P. (1781, 1934). Onderzoek aangaande het nut van de kraakbeen-sneede in moeijelijke verlossingen (Examination concerning the usefulness of symphysiotomy in difficult deliveries). Nadere ophelderingen over de historie en het nut van de schaambeensnede in moeielijke verlossingen (Further explanation on the history and the usefulness of symphysiotomy) Opusc, XII, 71–113; 115-48.
Bleuland, C. (1792, 1934). Verhaal van de doorsnijding van de kraakbeenige vereeniging der schaamtebeenderen (Account of symphysiotomy). Opusc, XII, 175–86.
Wij, G. J. van (1805, 1934). De uitvoerlijkheid en nuttigheid der schaambeendoorsnijding (The practicability and usefulness of symphysiotomy). Opusc, XII, 219–44.
Salomon, G. (1813, 1934). Verhandeling over de nuttigheid der schaambeensnede (Treatise on the usefulness of symphysiotomy). Opusc, XII, 245–354.
Halder, A. (1815, 1934). Waarneming eener verlossing door middel der Sectio synchrondosis ossium pubis (Observation of a delivery by means of the — — —). Opusc, XII, 355–62.
Bal, J. (1822, 1934). Waarneming wegens eene verlossing door de schaambeensnede (Observation of a delivery by symphysiotomy) Opusc, XII, 363–70.
Wageninge, P. J. van (1831, 1934). Schaambeensnede (Symphysiotomy). Opusc, XII, 371–83. See also 487
H. Customs
Poll, C. N. van de (1902-03). Het een en ander omtrent bijgeloof, volksgewoonten enz. bij zwangerschap, baring en in het kraambed (Something on superstition, popular customs, etc. at pregnancy, delivery and in childbed). T. prakt. Verl., 6, 161–5; 186-90; 193-8; 209-14; 225-7; 245-8; 257-62; 273-9.
Swaak, A. J. (1964). Gebruiken en gewoonten rondom huwelijk en zwangerschap (Usages and customs relative to marriage and pregnancy). Gezondheidszorg, 56, no 5, 11–5, ill; no 6, 11-5, ill. in Old Brabant.
Geyl, A. (1903). Das “Kraamkloppertje”; (The “Childbed-knocker”;). Janus, VIII, 585–6.
Kleiweg de Zwaan, J. P. (1915-16). De couvade — het mannenkraambed (The man-childbed). Med. Wbl, 22, 197 and 213.
Josselin de Jong, J. P. B. (1922). De couvade (The man-childbed). MKNAW, afd. Letterk., 54, série B, no 4.
Melchior, A. (1962). Van bruidegom tot kraamheer (From bridegroom to father of the child). 208 pp. Gottmer, Haarlem.
Lunsingh Scheurleer, Th. H. (1971/72). Enkele oude Nederlandse kraamgebruiken (Some old Dutch childbed customs). Antiek, 6, 297–332, 41 ill.
Levelt, H. (1920). Het wegen van kinderen in de Roomsche Kerk (Weighing of children in the Roman-catholic Church). Taxandria, 27, no 9-10, 249 ff. A devotional custom. Reviewed by A. J. M. Lamers: NTG, 65 (1921), I, 671-2; BGG, I, 85-6. See also 5079
I. Midwives and Accoucheurs General
Berg, H. van den (1901). Eenige historische bizonderheden over de vroedvrouwen van vroegeren tijd (Some historical details on midwives in former times). Ned. T. prakt. Verl., 4, 20–2.
Geyl, A. (1911-12). Beschouwingen en mededeelingen over vroedvrouwen uit de 15de tot en met de 18de eeuw (Observations and informations on midwives from the 15th up to and including the 18th century). Med. Wbl, XVIII, 227, 266, 279, 318, 341, 368, 377,401, 414 and 425. also as a reprint, 131 pp.
Reeuwijk, Adr. Joh. van (1941). Vroedkunde en vroedvrouwen in de Nederlanden in de 17e en 18e eeuw (Obstetrics and midwives in the Netherlands in the 17th and 18th century). Thesis University Amsterdam (Supervisor: M. A. van Bouwdijk Bastiaanse). 76 pp. ill. Amsterdam. 8°;.
Snapper, I. (1963). Midwifery, past and present. Bull. N. Y. Acad. Med., 39, 503–32.
Gils, J. B. F. van (1938). De Kapiteinse (The wife of the captain). NTG, 82, III, 3871;, BGG, XVIII, 144-5. Formerly in some parts of the Netherlands a midwife was called “Kapiteinse”; (Wife of a captain). Explanation.
Gils, J. B. F.(1942). Beroemde vroedvrouwen (Famous midwives). NTG, 86, I, 573–9; BGG, XXII, 37-43; letter to the editor (under same title) by M. J. W. Stassen: NTG, 86, IV, 2483; BGG, XXII, 137.
Grosheide, F. W. and A. Eikelenboom (1912). De geschiedenis van Anna Doornbosch, de Oranjegezinde vroedvrouw (The history of, the Orangist midwife). Navorscher, LXI, 1 and 170.
Geyl, A. (1896-7). Catharina Gertruyt Schraders. Investigatrice du caractère anatomique de la Placenta praevia. Janus, I, 537–40.
Nuyens, B. W. Th. (1926). Het dagboek van vrouw Schraders. Een bijdrage tot de geschiedenis der verloskunde in de 17e en 18e eeuw (The diary of Mrs. — A contribution to the history of obstetrics in the 17th and 18th century). NTG, 70, II, 1790–1801; BGG, VI, 93-104.
Drogendijk, A. C. (1935). Het dagboek van Vrouw Waltman, vroedvrouw in de 19de eeuw te Dordrecht (The diary of Mrs. —, midwife at D. in the 19th century). NTG, 79, IV, 5163; BGG, XV, 226. included in a report of a meeting of the “Genootschap”;.
Drogendijk, A. C. (1936). Het dagboek van vrouw Waltman, vroedvrouw in de 19de eeuw te Dordrecht (The diary of Mrs. —, midwife at D. in the 19th century). NTG, 80, I, 981–8; BGG, XVI, 33-40. See also 3479, 4633.15, 5010, 5012, 5032.
Professional Training
Geyl, A. (1897). Over de opleiding en maatschappelijke positie der vroedvrouwen in de 17e en 18e eeuw (On the training and social position of the midwives in the 17th and 18th century). Med. Wbl., reprint 87 pp. 8°;. reviewed by C. E. Daniëls: Janus, II (1897-8), 292-4.
Geyl, A. (1912). Rond de examens der mannelijke verloskundigen te Utrecht (About the examinations of the accoucheurs at U.). In: Feestbundel … Hector Treub, 149–70. S. C. van Doesburgh, Leiden.
Snoo, K. de (1914). De ontwikkeling van het vroedvrouwenonderwijs te Rotterdam (The development of the teaching of midwives at R.). 64 pp., ill. Rotterdam.
Putto, J. A. (1938). Het ambt van “Kraamverzorgster”; (vroedvrouw) in Leiden voor 350 jaren (The office of “obstetric nurse”; (midwife) at L. 350 years ago). GG, 16, 286–7.
Putto, J. A. (1964). ’t Ampt van de Kraem-versorghsters ruim 300 jaar geleden (The office of the obstetric nurse before 300 years). GG, 42, 44. a short note quoted from Keuren der Stadt Leyden, Hackes en Leffen, Leiden 1653, 121-3.
Wijndelts, J. W. (1918). Een vroedvrouwen-eed in de 16de eeuw (A midwifes’ oath in the 16th century). NTG, 62, I, 1260. See also 4450-52a
Local
Post, C. R. (1956). De Amsterdamse vroedvrouw uit de 18e eeuw (The Amsterdam midwife from the 18th century). NTG, 100, I, 167–74; BGG, XXXVI, 1-8, 2 ill.
Bitter, H. (1915). Vroedvrouwen en leerling-vroedvrouwen te Haarlem in de 17de en 18de eeuw (Midwives and aspirant midwives at H. in the 17th and 18th century). NTG, 59, II, 2197–2207.
Berger, J. A. (1931). Ordonnantie en reglement op de vroedvrouwen der stad Middelburg (Ordinances and regulations for midwives of M). NTG, 75, I, 77–81; BGG, XI, 13-8.
Bijl, W. F. Th. van der (1929). Sprokkels uit oude archivalia — Smertbrief van Willem Humanssone (Gleanings from old files — Smart-letter of — —). NTG, 73, I, 1132; BGG, IX, 92. two notes, the first concerns the search for a midwife by the Zealand town Veere, whereas the second is a surgeon’s certificate on a wound.
Theunisz, Joh. (1940). Voordracht, benoeming, instructie en eed voor een stadsvroedvrouw te Zwartsluis in 1795 (Nomination, appointment, instruction and oath for a city-midwife at Z. in 1795). NTG, 84, II, 1721–2; BGG, XX, 88-9.
Wattel, J. (1963). De karpelsvroedvrouwen van het Hoogeveen in de 18de eeuw (The regional midwives of H. in the 18th century). Nwe. Drentse Volksalmanak, 81, 77–99.
Hallema, A. (1955). Vroedvrouwen in stad en dorp in het westen van Noord-Brabant. Hoe stads-en dorpsbesturen zorgden voor verloskundige hulp gedurende de 16e tot de 18e eeuw (Midwives in town and village in the West of Northern Brabant. How the local governments of towns and villages did provide for obstetrical care during the 16th till the 18th century). NTG, 99, III, 2660–7; BGG, XXXV, 85-92.
Hoeven, J. van der (1937). Medisch tuchtrecht; onderzoek naar de leiding van een bevalling door een vroedvrouw; bestraffing (Medical disciplinary code; investigation of the management of a delivery by a midwife; punishment). NTG, 81, III, 4268–73; BGG, XVII, 160-5.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
Copyright information
© 1975 Martinus Nijhoff, The Hague, Netherlands
About this chapter
Cite this chapter
Lindeboom, G.A., Ham, A.A.G. (1975). Obstetrics and Gynaecology. In: A Classified Bibliography of the History of Dutch Medicine 1900–1974. Springer, Dordrecht. https://doi.org/10.1007/978-94-011-8780-0_10
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-94-011-8780-0_10
Publisher Name: Springer, Dordrecht
Print ISBN: 978-94-011-8153-2
Online ISBN: 978-94-011-8780-0
eBook Packages: Springer Book Archive