Samenvatting
Het basaalcelcarcinoom (synoniemen: basalecelcarcinoom, basocellulair carcinoom, basalioom) is de meest voorkomende maligne tumor bij de mens. Dit carcinoom ontleent zijn naam aan de gelijkenis van de tumorcellen met de cellen in de basale cellaag van de epidermis en ontstaat uit onvolledig gedifferentieerde immature keratinocyten van de epidermis of de huidaanhangselen.
Notes
- 1.
Klinisch wordt bij dysplastische naevi bij voorkeur gesproken over ‘klinisch atypische’ naevi. De klinische diagnose berust op ten minste drie van de volgende criteria: ≥ 5 mm in doorsnede; vage begrenzing; onregelmatige vorm; onregelmatige pigmentatie; erytheem (bij diascopie).
Literatuur
Mosterd K, Krekels GAM, Nieman FHM et al. Micrografi sche chirurgie van Mohs voor het basaalcelcarcinoom in het gelaat: een gerandomiseerde- gecontroleerde trial. Ned Tijdschr Geneeskd 2009;153:A22–8.
Vries E de, Nijsten T, Louwman MWJ, Coebergh JWW. Huidkankerepidemie in Nederland. Ned Tijdschr Geneeskd 2009;153:A76–8.
Evidence based Richtlijn behandeling van het basaalcelcarcinoom 2007. www.cbo.nl Bockel LW van, Kon M, Canninga-van Dijk MR, Broecke DG van den, Spliet W. Vijf patiënten met een gemetastaseerd basaalcelcarcinoom. Ned Tijdschr Geneeskd 2003;147:2231–36.
Holterhues C, Vries E de, Nijsten T. De epidemiologie van huidkanker: zorg om de zorg. Ned Tijdschr Derm Venereol 2009;19:451–5.
Mooren JJ, Kremer B. Maligne tumoren van de mondholte. Ned Tijdschr Derm Venereol 2009;19:486–92.
Henquet CJM. Genitale en peri-anale (pre)maligniteiten. Ned Tijdschr Derm Venereol 2009;19:495–503.
Heer AR de, Kaanders JHAM, Gerritsen MPJ et al. Regionale metastasen van plaveiselcelcarcinoom van de huid in het hoofd-halsgebied. Ned Tijdschr Geneeskd 2008;152:2645–9.
Graaf YGL de, Claas FHJ, Bouwes Bavinck JN et al. Huidkanker en andere aandoeningen bij patiënten na transplantatie van een solide orgaan. Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:511–7.
Sillevis Smitt JH, Everdingen JJE van, Starink ThM, Horst HE van der. Dermatovenereologie voor de eerste lijn. Houten: Bohn Stafl eu van Loghum 2009:172–7.
Molenkamp BG, Leeuwen PAM van, Meijer S, Sluijter BJR, Oosterhof B. Weinig prognostische betekenis van niet-radicale melanoomexcisies en van melanoomcellen in het re-excisiepreparaat voor totale en ziektevrije overleving van melanoompatiënten. Ned Tijdschr Geneeskd 2008;152:2288–93.
Kruit WHJ. Standpunt Nederlandse Melanoom Werkgroep inzake schildwachtklierprocedure: wel prognostische betekenis, vooralsnog geen therapeutische consequenties. Ned Tijdschr Geneeskd 2008;152:574–6.
Pavel S, Smit NPM. Risicofactoren voor huidmelanoom: genetische factoren waarschijnlijk belangrijker dan expositie aan zonlicht. Ned Tijdschr Geneeskd 2004;148:2267–72.
Giard RWM, Neumann HAM. Diagnostiek van gepigmenteerde huidafwijkingen: hoe een maligne melanoom te onderkennen. Ned Tijdschr Geneeskd 2004;148:2261–7.
Richtlijn Melanoom van de Huid, derde herziening, 2004. www.cbo.nl
Lachmansingh CG. Keratoacanthoom. In: Eekhof JAH, Knuistingh Neven A, Opstelten W. Kleine kwalen in de huisartspraktijk, 5 e druk. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg, 2007:68–70.
Koppel PG ten, Neumann HAM, Vuyk HD. Een huidschaaftechniek voor diagnostiek en behandeling van benigne en maligne tumoren in het aangezicht. Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1561–7.
Schwartz RA, Micali G, Nasca MR, Scuderi L. Kaposi sarcoma: a continuing conundrum. J Am Acad Dermatol 2008;59:179–206.
Reyners AKL, Sprenger HG, Voorst Vader PC van, Suurmeijer AJH, Graaf WTA van der. Diagnostiek en behandeling van hiv-gerelateerde Kaposisarcomen. Ned Tijdschr Geneeskd 2006;150:589–93.
Kwee AB, Rupa JD. Diagnose in beeld (396). Een vrouw met een eczemateuze tepel. Ned Tijdschr Geneeskd 2008;152:2512–3.
Kanitakis J. Mammary and extramammary Paget's disease. J Eur Acad Dermatol Venereol 2007;21:581–90.
Hwang ST, Janik JE, Jaffe ES, Wilson WH. Mycosis fungoides and Sézary syndrome. Lancet 2008;371:945–57.
Ugurel S. Dermatofi brosarcoma protuberans. Hautarzt 2008;59:933–41.
Heath M, Jaimes N, Lemos B et al. Clinical characteristics of Merkel cell carcinoma at diagnosis in 195 patients: the AEIOU features. J Am Acad Dermatol 2008;58:375–81.
Lansigan F, Choi J, Foss FM. Cutaneous T-cell lymphoma. Hematol Oncol Clin North Am 2008;22:979–96.
Kunishige JH, McDonald H, Alvarez G et al. Lymphomatoid papulosis and associated lymphomas: a retrospective case series of 84 patients. Clin Exp Dermatol 2009;34:576–81.
Grange F, Beylot-Barry M, Courville P et al. Primary cutaneous diffuse large B-cell lymphoma, leg type. Arch Dermatol 2007;143:1144–50.
Richtlijn non-Hodgkin Lymfoom 2004. www.cbo.nl
Rights and permissions
Copyright information
© 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
About this chapter
Cite this chapter
de Groot, A., Toonstra, J. (2010). 5 Maligne huidtumoren. In: Kanker en huid. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-7751-0_5
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-7751-0_5
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-7750-3
Online ISBN: 978-90-313-7751-0
eBook Packages: Dutch language eBook collection