Skip to main content
Log in

Wetenschap, akkoord, maar welke wetenschap?

Het EBP-debat dat maar geen debat wil worden

  • FORUM
  • Published:
Tijdschrift voor Psychotherapie

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Subscribe and save

Springer+ Basic
$34.99 /Month
  • Get 10 units per month
  • Download Article/Chapter or eBook
  • 1 Unit = 1 Article or 1 Chapter
  • Cancel anytime
Subscribe now

Buy Now

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3
Figuur 4a
Figuur 4b
Figuur 4c
Figuur 5

Notes

  1. 1 De organisatie wilde graag een positief (Huibers) en een kritisch (Hafkenscheid) geluid over EBP laten horen. ‘Het ging ons specifiek om evidence-based practice,maar die is natuurlijk onlosmakelijk verbondenmet de wetenschap.’ (mail David van den Berg, 23mei).Dat Huibers het thema – in tegenstelling tot Hafkenscheid – zo breed interpreteerde, was dus zijn eigen keuze óf het gevolg van een verwarrende opdracht van de organisatie (vergelijk het eerstvolgende citaat ‘Ik ga vandaag….’).

  2. 1 MH licht niet toe hoe die kennis is verworven. De context suggereert: uit RCT’s en meta-analyses. Die suggestie lijktmij misleidend, want RCT’s (en dus ook: meta-analyses) zijn alleen geschikt om te weten te komen datCGT (of een andere therapie) werkt, niet hoezijwerkt.

  3. 1 Het is niet duidelijk of MHhier cognitieve therapie duidelijk afzondert van het hierboven genoemde CGT-onderzoek. Hij zei daar niets over. Eerder in zijn lezing is CGT nog demeest onderzochte behandelvorm, nu geldt dat opeens voor de cognitieve therapie. Strikt genomen zijn die termen niet synoniem: cognitieve therapie is slechts één van de behandelvormen die vallen onder het paraplubegrip CGT.

  4. 2 Uit het verhaal vanMHkan ik niet opmakenwat deze vormen van onderzoek precies inhouden en of hetwellicht synoniemen zijn.

  5. 1 Het is misschien wat muggenzifterig –wellicht laatMHzich hier gewoon een beetjemeeslepen door zijn betoog –maar de gedachte dat empirie voor zichzelf zou kunnen spreken,wijst op een wel heel ‘naïeve’ opvatting van wetenschap en empirisme: ‘Het naïeve empirisme [staat voor] het wetenschapstheoretische zelfbeeld van de moderne natuurwetenschap, dus ook van de moderne psychologie, voor zover daarbij geen of weinig rekening wordt gehouden met de stand van de reflexie in de moderne wetenschapstheorie als filosofisch vak. Naar mijn mening is het naïeve empirisme kenmerkend voor de wetenschapstheoretische visie van verreweg de meeste experimenteel werkende psychologen.’ (Holzkamp, 1973, p. 345)MH’s uitspraak ‘Ik ben een empirist’ roept bijmij om diezelfde reden ongeloof op: het empirisme is immers een volkomen achterhaalde epistemologische opvatting. Maar ik geef toe: dit zijnwellicht spijkers-op-laag-water.

  6. 2 Dit wasmoeilijk te verstaan;MHzei misschien ‘binnenland’ maar zekerweet ik het niet. Ook elders in zijn lezing lijkt hij te suggereren dat CGT in de grote steden beter af is dan in de provincie / op het platteland.

  7. 3 Depowerpointvermeldt op dit punt de volgende (ongrammaticale) formulering: ‘Onderzoek: EBP niet (of niet optimaal) geïmplementeerd zijn: kans op kwalitatief hoogstaande EBP laag’. Kwalitatief hoogstaande therapie,OK, maar wat kan er bedoeld zijn met ‘kwalitatief hoogstaande EBP’? Of is dit onbegrip te wijten aan mijn gebrekkige kennis van ‘implementatieonderzoek’.Waarom verteltMHons dan ook niet wat ‘implementatieonderzoek’ precies inhoudt?

  8. 1 De grap deed zijn werk maar ging wel een beetje ten-koste-van.AHliet mij naar aanleiding van de eerste versie van dit verslagweten dat hij zich had vergist. De gewraakte zinsnede van de organisatie was inwerkelijkheid een stukminder zwart-wit: ‘Ubent erg kritischwat betreft (het toepassen van)wetenschappelijk onderzoek in de praktijk enwij willen u dan ook vragen deze kant te belichten.’ (mail van 19 oktober 2010 van Tanja van Assendelft aan Anton Hafkenscheid)

  9. 1 AHzei desgevraagd dat hij hier doelde op de boeken die hij in Gedragstherapiehad besproken (Hafkenscheid, 2007), namelijk Norcross (2002),Duncan,Miller en Sparks (2004) en Norcross, Beutler en Levant (2006). De jaartallen rechtvaardigen niet echt de woorden ‘steedsmeer’, want deze boeken zijn inmiddels al weer een beetje belegen. En dat in deze literatuur (al dan niet cognitieve) gedragstherapeutenhet voortouw nemen, lijktme ook niet vol te houden.

  10. 1 ‘Beste Max, ik heb je verslag gelezen.Over de inhoud heb ikweinig opmerkingen, je hebt weergegevenwat ik heb gezegd. Met de toon van je terzijdes en je eindconclusie heb ikwel moeite: die lijken meer op een eenzijdige afrekening. Je mag het metme oneens zijn, maar jouw beschuldiging dat ik de wetenschap verdedig (vreemd, want daarvoor was ik ingehuurd) getuigtwat mij betreft vooral van vooringenomenheid.’ (E-mailMarcusHuibers van 12 mei 2011)

Literatuur

  • Benish, S.G., Imel, Z.E. & Wampold, B.E. (2008). The relative efficacy of bona fide psychotherapies for treating post-traumatic stress disorder.A meta-analysis of direct comparisons.Clinical Psychology Review, 28, 746–758.

    Article  PubMed  Google Scholar 

  • Duncan, B.L., Miller, S.D. & Sparks, J. (2004).The heroic client. A revolutionary way to improve effectiveness through client-directed, outcome-informed therapy. San Francisco: Jossey-Bass.

    Google Scholar 

  • Hafkenscheid, A. (2007). Evidence-based practice (EBP) of practice-based evidence (PBE).Gedragstherapie, 40, 125–139.

    Google Scholar 

  • Hollon, S.D. (2006). Randomized clinical trials. In J.C. Norcross, L.E. Beutler & R.F. Levant (Eds),Evidence-based practices inmental health.Debate and dialogue on the fundamental questions (pp. 96–105). Washington: American Psychological Association.

    Google Scholar 

  • Holzkamp, K. (1973). Wetenschapstheoretische vooronderstellingen van een kritischemancipatorische psychologie. In L.W. Nauta (red.),Het neopositivisme in de sociale wetenschappen. Analyse, kritiek, alternatieven.Amsterdam: Van Gennep.

  • Huibers, M. (2010). De toekomst van de psychotherapie.Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 65, 976–989.

    Google Scholar 

  • Hutschemaekers, G., & Nijnatten, C. van (2008). De scientist practitioner en evidencebased practice.Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 63, 1025–1032.

    Google Scholar 

  • Lauteslager, M. (2006). Het evidence-beest heeft kuren.Gebruik en misbruik van EBP, RCT- en EST-methodologie.Tijdschrift voor Psychotherapie, 32, 347–366.DOI: 10.1007/ BF03062231.

    Google Scholar 

  • Lauteslager, M. (2007). Streken en kuren van het evidencebeest.Deviant, 13, 10–13.www.tijdschriftdeviant.nl/teksten/deviant52/03.pdf

  • Lauteslager, M. (2009). Evidence-based of evidence-beest?Tijdschrift voor Psychotherapie, 35, 136–142.

    Article  Google Scholar 

  • Lauteslager, M. (2011). Exit existentie. Recensie van Ruud Abma en anderen (2010), ‘Evidentie en existentie. Evidence-based behandelen en verder…’.De Psycholoog, 46 (5), 25–26.

    Google Scholar 

  • Norcross, J.C. (Ed.) (2002).Psychotherapy relationships that work. Therapist contributions and responsiveness to patients.Oxford/New York: Oxford University Press.

    Google Scholar 

  • Norcross, J.C., Beutler, L.E. & Levant, R.F. (Eds) (2006) .Evidence-based practices in mental health.Debate and dialogue on the fundamental questions.Washington: American Psychological Association.

    Google Scholar 

  • Sington, Ph. (2009).Het Einsteinmeisje.Amsterdam: Sijthoff.

    Google Scholar 

  • Wampold, B.E. (2006). Not a scintilla of evidence to support empirically supported treatments asmore effective than other treatments. In J.C.Norcross, L.E. Beutler & R.F. Levant (Eds),Evidence-based practices inmental health.Debate and dialogue on the fundamental questions (pp. 299–308). Washington: American Psychological Association.

    Chapter  Google Scholar 

Download references

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Additional information

psycholoog

Hij dankt David van den Berg voor zijn toelichtingen en de sprekers Marcus Huibers en Anton Hafkenscheid voor hun toestemming gebruik temogen maken van hun powerpoints.

About this article

Cite this article

Lauteslager, M. Wetenschap, akkoord, maar welke wetenschap?. TIJDSCHRIFT PSYCHOTHERAPIE 37, 276–293 (2011). https://doi.org/10.1007/s12485-011-0045-y

Download citation

  • Published:

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/s12485-011-0045-y

Navigation